OK, je hebt een leuke pasta gekocht, en je hebt ‘m puntgaaf gekookt. Tijd voor de toeters en bellen van de pastareeks: we gaan ‘m serveren.
In je gootsteen staat een vergiet vol dampende pasta, met een beker pastakookwater. Ernaast staat een onderzetter klaar. Je pot of pan met heerlijke saus staat op het fornuis te popelen van ongeduld.
Aan tafel! Zet je pan vol saus op de onderzetter, en…
Doe de pasta bij je saus.
(daarom staat die onderzetter er: geen geklieder en heen-en-weer met druipende pasta. Je doet dit veilig en netjes aan de gootsteen).
- Zet je pan met saus+pasta terug op het fornuis, laagste vuurtje.
- Verwarm je borden of dienschaal voor (een minuutje in de microgolf bv.)
- Meng de pasta rustig met de saus, met een pastalepel.
- Doe ruim de helft van je garnituur (peterselie, olijfolie, basilicum, kaas edm) eronder. Die smaken moet er IN zitten, niet erbovenop.
- De pasta zal al saus beginnen opnemen en misschien wat gaan “pakken” in de pan. Geen nood, gewoon een scheutje van dat kookwater toevoegen (juist, daarom moet je altijd wat achter de hand houden).
- Verdeel, nog steeds met die pastalepel, de pasta over de borden of glij hem in één keer in je dienschaal.
- Er blijft altijd wat saus in de pan achter. Met een scheutje kookwater losmaken, en met een pannenlikker heb je het er zo uit. Ideaal om elk bord nog even een likje saus te geven, en die pan moet bijna niet meer afgewassen worden.
- Bestudeerd nonchalant afwerken met nog wat garnituur, en opdienen als een Mamma (ja vent, jij ook).
Capisci?
Vandaag zijn we streng. Altijd pasta en saus mengen. Nooit meer plakkende pasta en gedoe met olie in het water. Bij Antonio krijg je toch ook geen pasta en saus apart?
Verwante artikels