Je hebt je keuze van pasta gemaakt, één van de honderden soorten gedroogde of verse. Voor je de deegwaren in het kokende water knalt…
Hoeveel water, en dus: hoe groot moet de pot zijn?
Pasta moet echt kunnen zwemmen. ‘t Is maar water, dus liever een beetje overdrijven dan ongare pasta. Vuistregel: 1 liter water per 100 g pasta. Hoe meer pasta, en hoe langer van vorm, hoe groter de pot. Bijvoorbeeld:
- Penne voor 1 persoon: een steelpan van 1,5 liter volstaat.
- Nestjes tagliatelle voor 2? Een gewone kookpot, zeg 2,5 liter.
- Spaghetti voor het hele gezin: je grootste pot van 5 liter of meer (goed gerief).
Het ideaal: ik gebruik voor alle lange pasta -linguine is mijn favoriet- een hoge smalle pot van Demeyere, eigenlijk een aspergekoker. De afmetingen zijn ideaal: door de kleine oppervlakte (14 cm doormeter) koelt het water minder af wanneer je de pasta hebt toegevoegd, en door de hoogte staan de slierten meteen onder en heb je toch voldoende volume (4 liter). Zalig gerief.
Hoe en hoe lang moet je pasta koken?
Er is geen truuk om pasta sneller te laten garen. Maar je kan wel sneller je pot kokend water hebben klaarstaan. Kook drie vingers heet water in de pot, gebruik ondertussen de waterkoker, en vul bij. Véél sneller dan een grote pot koud water opzetten.
- Wanneer het water kookt doe je er de pasta bij, op hoogste vuur, en je wacht tot het water opnieuw kookt. Zo snel mogelijk, dus een deksel er op helpt -maar let op voor overkoken.
- Wanneer het water opnieuw kookt verlaag je de hitte tot het nog maar net borrelt.
- Zet de kookwekker nu op 1 minuut minder dan de tijd op de verpakking. De pasta is nl. al een beetje gegaard, en: je kan altijd wat langer koken, maar je kan nooit meer korter koken.
Maak de pasta even los met een pastalepel (goed gerief). Doe dat voor alle zekerheid nog eens na twee minuten.
- Biep biep. Check na verpakkingstijd-1 en kook evt. nog wat langer, tot Het Moment. Checken doe je door er een stukje uit te vissen met de pastalepel, je laat dat op het aanrecht vallen, en met de lepel pits je er een stukje af.
- Het Moment om onmiddellijk te stoppen met koken is net vóór je hem goed vindt, want hij gaat nog even na-garen in de saus. Is hij op Het Moment perfect, dan is hij te plat als je ‘m eet.
Doe je iets in het water?
Zout, ja. Altijd. Naar smaak.
Olie, nee. Nooit. Dat is iets voor de ziplijst.
Kook je gedroogde en verse op dezelfde manier?
Ja, maar verse wordt veel sneller gaar. Als een typische gedroogde pasta gaar is in 9 minuten, dan is een verse klaar in 2 à 3 minuten.
En een supertip: als je een pastagerecht maakt met veel saus, bv typische tomatensaus, dan kan je de verse pasta gewoon in de saus koken. Doe op het einde 2 glazen kokend water extra bij je saus, hup de pasta er in, en even losmaken. Wow.

Hoe afgieten?
Ik gebruik volgende werkwijze. Efficiënt, en veilig. Je bent tenslotte in de weer met 4 liter kokend water terwijl er pagadders rondlopen.
Op voorhand
- Spoel je gootsteen even. Farfalle met Dreft zijn niet zo lekker.
- Zet een vergiet in de gootsteen, op een kommetje, idealiter een maatbeker met schenktuit (ik hou zo van dat woord) en handvat.
- Zet een onderzetter op het aanrecht naast je gootsteen.
Op Het Moment
- Vuur uit. Deksel op de pot, en draag de pot naar de gootsteen met twee pannenlappen.
- Schuif het deksel een beetje opzij, en giet de pasta af in het vergiet, zoals aardappelen. Zo verwijder je al driekwart van het water voor de eerste pasta komt piepen, en vermijd je vulkaantje spelen.
- Eens aan de pasta gekomen mag het deksel er af en kieper je pasta en water in het vergiet. Even schudden, en klaar.
- In de kom eronder zit extra pastawater, dat je evt. kan gebruiken bij je saus.
Hoor ik daar saus? Wat je doet vlak na afgieten is het begin van serveren, dat lees je hier in de volgende aflevering van de pastareeks…
(waar dient die onderzetter voor?)